Slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen | ResMed Nederland

Over slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen

Slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen (SDB) wordt gekenmerkt door abnormale ademhalingspatronen of pauzes in de ademhaling en onvoldoende ademhaling tijdens de slaap. 

Enkele van de meest voorkomende typen slaapgerelateerde stoornissen zijn UARS (Upper Airway Resistance Syndrome) en Obstructief Slaapapneu-Hypopneu Syndroom (OSAHS), ook bekend als Obstructief Slaapapneu (OSA)*. 

Als uw patiënten slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen hebben, hebben ze waarschijnlijk last van onderbroken slaap, vermoeidheid overdag en een verminderde levenskwaliteit. En ze zijn niet alleen: ten minste 1 op de 5 volwassenen heeft een slaapgerelateerde stoornis1.

Meer informatie over SDB

Snurken kan een verstorend effect hebben op de levens van uw patiënten. Ze zijn vaak niet de eerste om te bemerken dat ze een probleem hebben: het is eerder hun bedpartner die klaagt.

Het eerste teken van een slaapstoornis is snurken, ook al zullen veel patiënten dit niet als een teken van iets ernstigers zien. Er zijn ook andere veelvoorkomende symptomen.

Er zijn drie typen slaapapneu: Obstructief Slaapapneu (OSA), Centraal Slaapapneu (CSA) en gemengde of complexe slaapapneu. Ieder type heeft onderscheidende kenmerken waarop een diagnose gesteld kan worden.

Indien niet behandeld, hebben patiënten een verhoogd risico op het ontwikkelen van ernstige chronische ziektes zoals hart- en vaatziekten en diabetes type 2 . Een significant aantal patiënten met COPD heeft ook SDB.

ResMed biedt u de hulpmiddelen om uw patiënten te testen op slaapgerelateerde  ademhalingsstoornissen, een slaaponderzoek aan te vragen en een diagnose laten stellen.

Referenties:

  1. Young T, Peppard PE, Gottlieb DJ. Epidemiology of obstructive sleep apnea: a population health perspective. Am J Respir Crit Care Med 2002;165(9):1217-39.

* Een apneu is een pauze in de ademhaling die langer dan 10 seconden duurt. Een hypopneu wordt gedefinieerd als een vermindering in de luchtstroom met ten minste 30% voor 10 seconden of langer, met een geassocieerde zuurstofverzadiging of ontwaken.